Storytelling
in de autobranche
“EEN VERHAAL DAT VOOR IEDEREEN IS, IS VOOR NIEMAND.” – SMIT (2014)
Storytelling, volgens velen marketeers dé manier van communiceren met hun afnemer. Storytelling gebeurd in de Business 2 Business of Business 2 Consumer communicatie. Dit omdat het helpt met de emotionele binding en men daardoor sneller dingen leert (McMahon, 2013). De beeldende manier van communiceren sluit bijzonder goed aan bij de trends van Logeion die zij hebben vastgesteld voor 2015 en dan met de nadruk op de trend “De Emotiemaatschappij”: mensen willen dingen voelen en ervaren (Ruiter, Gaveel en Wester, 2015).
WAT IS STORYTELLING?
Emoties en verhalen zorgen ervoor dat men hun aandacht er beter bij houdt, dingen beter herinnert en sneller besluiten kan maken. Doordat verhalen vaak ook nog eens herkenbaar en geloofwaardig zijn, weten ze mensen te verbinden met elkaar en/of met het betreffende bedrijf (Scheringa, 2013).
Storytelling kan als volgt gedefinieerd worden: “Storytelling is een techniek waarbij je door middel van een pakkend en beeldend verhaal een emotionele reactie bij je publiek oproept.”(Weima, 2015, p.139). Bij storytelling is het dus de effectiviteit van een emotioneel en visueel verhaal wat de kijker of lezer boeit. Met te veel feiten en cijfers haakt men sneller af (Iersel, z.d.).
WAT IS JE PLOT?
Het is vooral belangrijk je niet te laten afleiden door wat er allemaal mogelijk is, maar vooral: waar zitten de ontvangers op te wachten. Wanneer iets vernieuwend of ‘cool’ is, trekt dit wel de aandacht. Deze aandacht kan het echter niet goed vasthouden en deze is dan ook niet van lange duur. Tegenwoordig switcht iedereen snel van apparaat naar apparaat, van app naar app en zo het hele web over. Men zoekt entertainment, of eigenlijk dopamine. Even iets, wat van alles kan zijn. Nieuws, iets grappigs, verdrietigs, of schokkends. Dit is eigenlijk iets menseigen. Het is de manier waarop onze hersenen werken (Smit, 2014).
Zonder plot mist de identificatie en missen mensen de connectie. Die connectie kun je wel krijgen met een goed plot. Deze natuurlijke ‘drift’ kun je tegengaan door goede verhalen te vertellen die mensen bezig houden. Een goed verhaal waar ze zich misschien mee kunnen identificeren. Een verhaal dient vooral simpel te zijn en leid de ontvanger niet te veel af met dingen die er eigenlijk niet toe doen. Gebruik de juiste technieken op de juiste momenten. Ditzelfde geld voor interactiviteit. Gebruik dit niet omdat het een mogelijkheid is, maar juist omdat dit het verhaal zo goed kan ondersteunen (Smit, 2014).
In de infographic van Fygi (2016) valt op dat bijna 4/5 van de ondervraagden storytelling wel een goed idee vindt, maar iets meer dan 4/5 kon geen voorbeeld geven van een goede storytelling campagne. Hoewel ze misschien geen verhalen konden bedenken, vindt 64% van de respondenten wel dat bedrijven goed zijn in het vertellen van verhalen. Men ziet graag de normale mens (66%) of klanten van het merk (38%) in de verhalen. Werknemers (19%) of directeuren (10%) worden een stuk minder passend gevonden. De respondenten denken dat met name humor in de verhalen het succesvolst is, maar ook inspirerende en dramatische verhalen zouden het goed doen. Verrassende verhalen bungelen hierbij onderaan met gemiddeld 6%. Deze verhalen ontvangen zij dan het liefst via de owned media kanalen van het bedrijf (Fygi, 2016).
SUCCESSTORIES
Storytelling werkt op verschillende niveaus en manieren. Een goed verhaal wordt niet door één ding gekenmerkt. Deze manieren vind je bij verschillende bedrijven terug, allen natuurlijk met hun eigen doel (Schilders, 2014).
- Albert Heijn. Zij willen graag sympathie opwekken en maakten daarom gebruik van acteur Harry Piekema die de directeur speelt. De reclames zijn ook een goede reflectie van de waarden die Albert Heijn wilt overbrengen.
- Charity: Water. Deze non-profit organisatie maakt gebruik van normale mensen met inspirerende verhalen.
- Old Spice. Zij wilden een sexier imago krijgen met hun campagne. Wereldwijd is deze erg bekend geworden, maar of de call to action sterk genoeg was, is nog de vraag.
- Red Bull. Dit bedrijf maakt heel slim gebruik van ambassadeurs. Door echte dare-devils te sponsoren creëren zij rolmodellen wiens leven jíj ook kunt krijgen, áls je maar Red Bull drinkt.
- Top Gear. Heel simpel: met humor, zonder vaktermen (Schilders, 2014).
Dit zijn dus verschillende succesverhalen met elk hun eigen unieke aspecten. Dit laat dus zien dat een storytellingconcept op verschillende manieren kan worden opgezet (met bekende ambassadeurs, normale mensen, ijkpersonen of acteurs) en alsnog succes boeken. Een belangrijke mits is dan natuurlijk wel dat het concept past bij de branche en imago van het merk.
“EEN GOED VERHAAL DOORBREEKT GEOGRAFISCHE, TAALKUNDIGE, TECHNOLOGISCHE EN ZELFS CULTURELE GRENZEN.” –EILANDER(2015)
Het citaat van Eilander klinkt aannemelijk, maar misschien ook wat onhaalbaar. Dat zijn namelijk al behoorlijk wat eisen. Voor optimale impact is het goed dat een campagne zich niet laat begrenzen door een gebrek aan techniek. Ontwikkel voor iedereen: een boodschap moet niet alleen mooi zijn op de nieuwste HD apparaten, maar ook met mindere technologie tóch goed de boodschap over kunnen dragen (Eilander, 2015). Gebruik daarom dezelfde apparatuur als je publiek en probeer het eens uit via een ‘ouderwetse’ 2G verbinding. Lessen uit succescampagnes zijn bijvoorbeeld: gebruik #’s om te delen en het gesprek te starten. Vervolgens is het ook belangrijk dat de boodschap niet alleen afgestemd is op de technische kant, maar houd ook rekening met geslacht en cultuur (Eilander, 2015).
TRANSMEDIAAL VERHAAL
Interactieve storytelling gaat over een verhaal, emoties, de boodschap, de kennis en de ideeën die deze over kunnen brengen, in combinatie met interactie met de ontvanger. De interactie zit dus in het gesprek dat men aangaat. Een goed interactief storytelling verhaal wordt volgens Schmidt (2011) strak opgebouwd. Begin met het bepalen van je doelstelling, breng hierbij je gebruikers in kaart en beslis wat de juiste boodschap is. Bekijk en kies een geschikte hoofdrolspeler. Dit kan een echt of een fictief persoon zijn. Om deze hoofdrolspeler bouw je een verhaallijn. Echter, om het interactief te maken is een goede setting of online ruimte van essentie. Deze kun je zelf creëren of er kan gebruik worden gemaakt van bestaande kanalen.
“STORYTELLING MAAKT JE BOODSCHAP BEGRIJPELIJK, VERHALEN WORDEN DOORVERTELD EN HET VERGROOT JOUW GELOOFWAARDIGHEID EN HET VERTROUWEN.” – BLOG (2013)
De richtlijnen voor goede transmediale storytelling zou je als volgt kunnen stellen volgens Bruyne (2009) en Blog (2013):
- Houd het simpel: geen ellenlange verhalen, maar een duidelijk, concreet en compact verhaal.
- Bouw verschillende lagen in je verhaal op basis van betrokkenheid. Voor zij die heel erg betrokken zijn bijvoorbeeld een online spel. Of vraag fans om zich in te schrijven voor een nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.
- Duik in communities: verbind jezelf met bijvoorbeeld online fora die geheel toegewijd zijn op het onderwerp. Creëer ook een plek waar mensen er over kunnen praten.
- Plan voor onverwachtsheid: houd het verhaal spannend en ontwijk voorspelbaarheid. Door onverwachtse elementen kan het beter onthouden worden.
- Maak het geloofwaardig: voeg levendige details toe om het geloofwaardiger te maken. Dit kunnen ondersteunende cijfers of voorbeelden zijn.
- Leg een verbinding met emotie: wek emotie op om binding te creëren. Dit kan met bekende onderwerpen zoals ‘liefde’ of ‘ontslag’, maar ook een specifieke doelgroep ‘kitesurfer’ of wie of wat ze graag zouden willen zijn: ‘milieubewuste burger’.
Bruyne (2009) sluit af met het dilemma: Transmedia storytelling of transmedia story directing. Hierbij gaat de essentie om de consument zelf het verhaal te laten vertellen en ontrafelen en blijf je als bedrijf enkel de regisseur.
CRITERIA VOOR ONLINE POPULARITEIT
Weet goed wat je doel is en bouw daar naar toe in je verhaal en voorkom te veel afleidingen. Vraag niet te veel van de ontvanger, maar houd het simpel (Bruyne, 2009). Verder is het belangrijk dat de hoofdrolspeler identificeerbaar is voor de ontvanger (Fygi, 2016). Echter, Schilders(2014) weet een aantal wijd uiteenlopende succesvolle hoofdrolspelers te stellen, van échte verhalen tot acteurs en celebrity ambassadeurs. De boodschap is namelijk minstens zo belangrijk, plus hoe deze wordt overgebracht. Daarom zijn geloofwaardigheid en emoties zo belangrijk (Blog, 2013) en wederom dat plot (Smit, 2014).
Misschien nog wel het belangrijkste: de bereikbaarheid. Eilander(2015) legt uit dat techniek op maat cruciaal kunnen zijn voor het succes van het verhaal. Hierbij speelt de vraag “Kun je op elk apparaat op dezelfde manier het verhaal meemaken?” een belangrijke rol. Internetverbinding en schermkwaliteit spelen hier bijvoorbeeld een rol voor mobiele gebruikers.
Hoewel verschillende artikelen aanmoedigden om de verhalen spannend en verassend te houden, zit slechts 6% van de respondenten uit het onderzoek van het artikel van Fygi(2016) hier op te wachten: zij zien liever humor (43%). Echter, de campagne van Old Spice is misschien wel viraal gegaan, maar dit hoeft geen garantie te zijn op een blijvende verhoging in de omzet (Schilders, 2014).
ADDEQUAAT TOEPASSEN VOOR EEN TRANSMEDIALE DIALOOG
Zoals Blog (2013) en Bruyne (2009) al op nummer één zetten: wanneer een verhaal te langdradig is, zal deze niet werken. Een bedrijf moet dus goed weten wat hij waarom wil vertellen, anders is daar al de eerste misser. Een verhaal moet daarom ook goed weten wie er bereikt dient te worden, want zoals ook Smit (2014) stelt: storytelling is uitermate geschikt om mensen een connectie te geven met een merk en uit te nodigen tot interactie. Echter is het wel belangrijk dat er een duidelijk plot in het verhaal zit. Middelen zijn erg van belang: gebruik niet bepaalde technieken alleen omdat ze misschien hip zijn. Het middel moet wel relevant zijn voor het onderwerp, anders werkt het enkel voor de korte termijn (Smit, 2014).
Om de impact zo groot mogelijk te maken is interactie een belangrijk aspect. Maar om die transmediale dialoog aan te kunnen gaan, is het onder andere van belang dat er een online ruimte is waar de dialoog gehouden kan worden (Schilders, 2011). Toch hoef je die online ruimte niet perse zelf te creëren, zoals Bruyne (2009) al aangaf, kun je dit ook zoeken op online fora die geheel toegewijd zijn op het onderwerp. Daarnaast is het van belang dat het een spraakmakend is: willen mensen het delen met hun vrienden (Bruyne, 2009)?
Als een campagne of concept verhalend genoeg is, zoeken mensen zelf het gesprek op. De verhaallijn is dus erg bepalend voor de interactiviteit (Blog, 2013, Schilders, 2011).
AUTO RECLAMES
Het gaat steeds minder goed met de automarkt. Mensen kopen steeds minder vaak een nieuwe auto. Sterker nog, tussen 2012 en 2015 is er een daling geweest in verkoop van dik 30% (Snijders, 2015). Het is opvallend dat hoewel de markt terugloopt, de automerken toch blijven adverteren op een doelgroep die slechts voor 9% deelneemt in de markt: de 18 tot 35-jarigen. Omstreeks 75% van de auto’s wordt gekocht door 50-plussers. Snijders (2015) stelt de volgende vraag: “Zou het niet verstandiger zijn om eens reclame te maken voor de mensen die dat wel doen? Of is het niet cool om oude mensen te laten zien in je commercials?”. Dat is allicht een sterk punt.
Reclame in de autobranche dient in te spelen op het lange aankoopproces wat de consument af gaat vóórdat er wordt overgegaan tot aankoop. Een manier om hier op in te spelen is remarketing (Ijspeerd & Lenderink, z.d.). Dit is het targetten van bezoekers van de website om deze via een ander platform passende content te laten zien. Omdat het om een lang proces gaat, blijft een automerk het liefst gedurende het gehele jaar onder de aandacht van potentiële klanten.
Onder de aandacht blijven kan dus via remarketing. Dit is niet altijd even effectief omdat er hier gebruik gemaakt wordt van betaalde (paid) media. Relationele (owned) aandacht en verdiende (earned) aandacht zijn beter om de aandacht van de doelgroep vast te houden. Binnen de verdiende aandacht is het heel goed mogelijk om een campagne op te zetten rondom verdiende aandacht (Weima, 2015). Door bijvoorbeeld gebruik te maken van vloggers kan er relationele aandacht worden gegenereerd welke kan bijdragen aan de verdiende aandacht. De verdiende aandacht heeft dan een belangrijke rol in de klantbinding en merkactivatie van de potentiële klant. Maar zoals Ratner (2014) ook al aangaf: De nadruk dient dan op het waarom te liggen. Dit omdat het waarom een tijdloze motivatie is van waarom het bedrijf doet wat ‘ie doet, maar boven alles: de consument kiest niet voor een merk omdat deze bijvoorbeeld auto’s aanbied. Met hen nog heel veel anderen. Het waarom is wat een merk onderscheid van zijn concurrenten.
Conclusie
Er liggen erg veel kansen op het gebied van transmediale storytelling in de autobranche. De markt gaat er steeds meer op achteruit en de focus van de communicatie ligt in de verkeerde hoek. Zij kunnen de aandacht van de 18 tot 35-jarigen behouden en de 50-plussers beter aanspreken door een sterk transmediaal concept neer te zetten. De focus moet liggen op het waarom omdat dat de langtermijn binding van de potentiële klant versterkt. Het waarom is namelijk tijdloos, waar het product door verloop van tijd zal veranderen.
Wat belangrijk is bij het concept is een goed plot. Zonder plot mist de identificatie en missen mensen de connectie. Een verhaal dient vooral simpel te zijn en leid de ontvanger niet te veel af met dingen die er eigenlijk niet toe doen. Men ziet graag de normale mens of echte klanten. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid van het concept.
Betrokkenheid wordt gecreëerd door correcte lagen toe te voegen aan het verhaal. Dit betekend voor hoge betrokkenheid bijvoorbeeld een spel, voor lage betrokkenheid kan dit bijvoorbeeld een nieuwsbrief zijn. In het geval van de autobranche zou dit bijvoorbeeld ook heel goed het verschil tussen een blog en een vlog kunnen zijn.
Om gebruik te maken van onverwachtse elementen kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar vernieuwende ideeën om te presenteren binnen het concept. Hier zouden ook lanceringen van nieuwe modellen of lijnen van de auto’s tussen passen.
Iets wat vooral heel erg van belang is bij een goed concept is de verbinding met emoties. Emoties zijn cruciaal voor binding. Dit kan met bekende onderwerpen zoals ‘liefde’ of ‘ontslag’, maar ook een specifieke doelgroep ‘kitesurfer’ of wie of wat ze graag zouden willen zijn: ‘milieubewuste burger’. Toch is balans belangrijk: het verhaal moet sterk zijn, maar ondersteunende feiten en cijfers mogen niet ontbreken. Deze zijn namelijk wel van belang voor de geloofwaardigheid
![](https://digitalnomadcommunicatie.nl/wp-content/plugins/lazy-load/images/1x1.trans.gif)
Die laatste twee balanceren is iets waar vooral nog veel impact uit te halen valt. Automerken willen graag vertellen wát een auto allemaal kan, maar vergeten dan te vermelden wáárom hij het kan. Door de focus naar het waarom te verleggen, wordt er een sterkere aanspraak gedaan op de emoties.
Door de focus van het transmediale concept te leggen op de juiste doelgroep, plot, lagen, en balans tussen emotie en feiten wordt de kans op succes aanzienlijk verhoogd. Door in de mediakeuze de nadruk te leggen op relationele en verdiende aandacht zal de merkactivatie zorgen voor het vasthouden van potentiële klanten tot zij de stap wagen en echte klanten worden.
![](https://digitalnomadcommunicatie.nl/wp-content/plugins/lazy-load/images/1x1.trans.gif)
Bruyne, T. de. (16 november2009). Transmedia storytelling. Geraadpleegd op 12 oktober, via: http://www.slideshare.net/tomdebruyne/transmedia-storytelling-2511214?qid=b0adcf85-3f9c-40a8-89ae-904870e9cfc2&v=&b=&from_search=17
Blog, N. (20 juni 2013). De succesfactoren van storytelling. Geraadpleegd op 12 oktober, via: https://www.salesenmarketingvacatures.nl/blog/marketing/de-succesfactoren-van-storytelling
Eilander, E. (9 maart 2015). Storytelling op Facebook in snelgroeiende landen: lessen tot nu toe. Geraadpleegd op 12 oktober, via: http://intelligence.communicatieonline.nl.inholland.idm.oclc.org/content/storytelling-op-facebook-snelgroeiende-landen-lessen-tot-nu-toe
Fygi, K. (26 juni 2016). Wat vinden consumenten eigenlijk van storytelling? Geraadpleegd op 12 oktober, via: http://intelligence.communicatieonline.nl.inholland.idm.oclc.org/content/onderzoek-wat-vinden-consumenten-eigenlijk-van-storytelling
Iersel, S. van. (z.d.) Wat is Storytelling? Geraadpleegd op 12 december, via: http://sigridvaniersel.nl/wat-is-storytelling/
IJspeerd, S. & Lenderink, K. (z.d.) 11 tips voor de inzet van online marketing voor autobedrijven. Geraadpleegd op 12 december, via: https://www.teamnijhuis.nl/vakpraat/blog/11-tips-voor-de-inzet-van-online-marketing-voor-autobedrijven
McMahon, G. (20 november 2013). The Science Behind Storytelling — and Why It Matters. Geraadpleegd op 28 september, via: http://blog.slideshare.net/2013/11/20/the-science-behind-storytelling-and-why-it-matters/
Ratner, B. (14 mei 2014). 3 key marketing takeaways from Simon Sinek’s “start with why”. Geraadpleegd op 11 december 2016 van https://blog.hubspot.com/customers/3-takeaways-from-start-with-why
Ruiter, J., Gaveel, A., Wester, R. (2015) Communicatiejaaronderzoek 2015. Geraadpleegd op 21 oktober, via: https://www.communicatiepanel.nl/pdf/Trendonderzoek%20Communicatiepanel%202015%20(definitief).pdf
Scheringa, A. (2013). Storypower. 1e druk. Amsterdam: Adformatie Groep.
Schilders, M. (14 april 2014). De kracht van een goed verhaal. Geraadpleegd op 28 september, via: http://www.marketingfacts.nl/berichten/de-kracht-van-een-goed-verhaal
Schmidt, M. (2011). Er was eens.. Een scriptie over interactieve storytelling design. Geraadpleegd op 12 oktober, via: http://hr.surfsharekit.nl:8080/get/smpid:55608/DS1/
Smit, G. (30 mei 2014). Multimedia storytelling: Het dopamine effect. Geraadpleegd op 28 september, via: http://www.journalismlab.nl/multimedia-storytelling-het-dopamine-effect/
Snijders, W. (8 januari 2015). Automerken zijn de weg kwijt. Geraadpleegd op 12 december, via: http://www.marketingonline.nl/blog/automerken-zijn-de-weg-kwijt
Storytellingpeople. (z.d.). De kracht van storytelling. Geraadpleegd op12 oktober, via: http://www.storytellingpeople.nl/storytelling-blog/de-kracht-van-storytelling/
Weima, K. (2015) p.139. Verdiende aandacht (3e druk). Amsterdam: Lev.